Mariska en Mark kochten een monument uit 1600

Waar moet je rekening mee houden als je een monument koopt? Mariska en Mark kochten een stadsboerderij uit 1600 en delen hun ervaring.
6 minuten leestijd

'De slechte onderhoudsstaat bleek een groot voordeel'

Mariska en Mark Bosma uit Elburg kochten in 2015 een voormalige stadsboerderij uit 1600. Het duurde zo’n vier jaar om er een bewoonbaar huis van te maken. Als je een monumentaal pand koopt of wilt verbouwen, is het belangrijk dat je weet met wat voor onderhoud, vergunningen en extra kosten je rekening moet houden, zegt makelaar Edwin van der Linde van Van der Linde Makelaardij.

tip

Ga jij het liefst voor de charme van een oud huis? Hier moet je rekening mee houden als je een monument koopt.

Het servies van de vorige bewoners stond nog in de kast toen Mariska en Mark in 2015 een monumentaal pand bezichtigden in het centrum van Elburg. Lange spinnenwebben, oude meubels: hier woonden al vijftien jaar geen mensen meer. ‘Toch zag ik direct de charme van deze voormalige stadsboerderij,’ herinnert Mariska zich.

Een levensgevaarlijke trap en authentieke details

Dat ze moesten verbouwen, was vanaf het begin al duidelijk. Wat precies, bleek nadat de Monumentenwacht een bouwkundige keuring had gedaan. ‘Er zat asbest en houtworm in het dak en sommige stukken draagmuur waren zo verrot dat ze vervangen moesten worden. Ook de trap bleek levensgevaarlijk om te gebruiken,’ somt Mariska op. Ondanks dat viel ze – vooral – voor de authentieke details: hoge plafonds, grove houten balken. Heel wat anders dan hun nieuwbouwhuis. En dus besloot het koppel de sprong te wagen en een bod te doen.

Een monument is een soort oldtimer

Vocht- en funderingsproblemen of verouderde ankers voor het dragen van de balken zijn veelvoorkomende voorbeelden bij monumenten, weet makelaar Edwin van der Linde. ‘Nu funderen we woningen met beton en palen, maar een eeuw geleden gebeurde dat met baksteen. De kans op optrekkend vocht en scheurvorming is daarmee groter.’ Van der Linde ziet dat kopers van een monument soms niet goed weten waar ze aan beginnen. ‘Vergelijk het met een oldtimer. Als je die koopt, moet je ook rekenen op meer onderhoud dan gemiddeld, en hogere kosten als je iets moet vervangen.’

Slechte staat maakte veel meer mogelijk

Mariska geeft toe dat ook zij dit niet helemaal scherp hadden toen ze een bod uitbrachten. ‘Maar door onvoorziene omstandigheden aan de kant van de verkoper duurde het bij ons twee jaar voordat de koop rond was. Daarmee hadden we genoeg tijd om onderzoek te doen naar vergunningen en subsidies.’ Een monument verbouwen of restaureren kan namelijk niet zomaar, daar zijn vaak regels aan verbonden en vergunningen voor nodig.

Dat de boerderij in zo’n slechte staat verkeerde, bleek een groot voordeel met zich mee te brengen: ‘Daardoor mochten we van de Monumentencommissie veranderingen aanbrengen die normaliter niet worden goedgekeurd.’ Zo kregen de Bosmans toestemming om het dak opnieuw aan te leggen en om vloer- én wandverwarming te plaatsen. Bovendien bleek het platte dak van de uitbouw geschikt voor vier zonnepanelen. Mariska: ‘Daar hebben we onwijs geluk mee gehad, want vaak is dubbel glas al niet eens een optie.’

Het is iets waar veel kopers van een monument zich op verkijken, merkt makelaar Van der Linde. ‘Duurzaamheid is niet alleen goed voor het milieu, maar ook voor je portemonnee. Als je op dat gebied niets mag veranderen, kan dat een hoge energierekening opleveren.’ Het is volgens hem een belangrijke reden waarom sommige geïnteresseerden afzien van de koop van een monument.

Gespecialiseerde architect

Nadat ze in 2017 eindelijk de sleutel kregen, namen Mariska en Mark direct een gespecialiseerde architect in de arm. ‘Hij kende alle regels rondom het verbouwen van een monument, dat versnelde het proces enorm. De architect hielp ons met de indeling van het pand en wist precies wat we moesten behouden. De bedstede bijvoorbeeld en ook ramen en deurknoppen kun je niet zomaar vervangen.’

Vooral in de winter was het flink behelpen, het was zo koud in de schuur

Samen stelden ze een plan op voor de verbouwing. Daarin stond hoeveel alles zou gaan kosten en hoelang het zou duren. ‘We verwachtten zo’n zes jaar bezig te zijn.’ De goedkeuring van het plan door de monumentencommissie van de gemeente duurde echter lang. ‘Al met al kostte het negen maanden voordat we echt aan de slag konden.’

Elk moment aan het klussen

Omdat de dubbele lasten van de hypotheek zo lang niet op te brengen waren, trok het gezin tijdens de verbouwing in de stal achter het huis – óók een rijksmonument. ‘Gelukkig konden we snel een tijdelijke woonvergunning aanvragen, om met muurtjes kamers te maken. We hadden geen dakramen, geen vloer en geen isolatie. Vooral het eerste halfjaar, waarin het winter werd, was dat flink behelpen. Het was zo koud in de schuur.’

Om binnen het bouwdepot van 180.000 euro te blijven, deden Mark en Mariska veel zelf. ‘Mark is handig, dat scheelt een hoop.’ Ook gebruikten ze veel tweedehands materialen. ‘Soms waren we hele dagen op pad voor een klein onderdeel dat we via Marktplaats vonden. Of we reden ervoor naar Duitsland.’ Achteraf gezien is dat waar ze zich volgens Mariska het meest op hebben verkeken. ‘Je bent elk vrij moment met het huis bezig, terwijl we werken en drie kinderen hebben. Tijd om een dagje niets te doen of een terrasje te pakken, is er niet.’

Keuzes maken

Waar het stel ook niet op had gerekend, waren de onvoorziene kosten. ‘We konden wel van de instandhoudingssubsidie gebruikmaken en kregen een lage hypotheekrente omdat het een monument betreft, maar andere kosten vielen veel hoger uit dan bij een nieuwbouwhuis.’ Zoals bijvoorbeeld het storten van al het puin dat uit het huis kwam: die kosten liepen in de duizenden euro’s. ‘En ook de architect stuurde een flinke rekening.’

Als ik het opnieuw zou mogen doen, zou ik nu toch voor die houten vloer gaan

Meevallers waren er ook. Zo lukte het om binnen het bouwdepot te blijven. ‘Daarvan kunnen we nu ook nog de voorkant laten schilderen en het houtwerk herstellen.’ En na vier jaar verbouwen was het rijksmonument al bewoonbaar – twee jaar eerder dan gepland. Dat komt volgens Mariska ook omdat ze inmiddels wat ‘verbouwingsmoe’ waren geraakt. ‘Daardoor maakten we keuzes die de verbouwing versnelden.’ Zoals geen houten vloer, maar een van pvc, omdat die makkelijk schoon te houden is en de warmte beter doorlaat. ‘Maar als ik het opnieuw zou mogen doen, zou ik nu toch voor die houten vloer gaan. Dat past beter bij de sfeer van het huis.’

Nooit af

Hoewel de twee met hun kinderen officieel hun intrek in het huis hebben genomen, is het nog niet af. ‘Wonen in een monument vraagt heel veel onderhoud. De komende jaren kunnen we even vooruit, maar daarna begint het werk weer: schilderen, controle op houtrot en dat waarschijnlijk laten behandelen.’

Terugkijkend weet Mariska niet zeker of ze het monument weer zou kopen. ‘Mark zou direct ja zeggen, het is zijn hobby om te klussen. Ik ben heel blij met het resultaat, maar ik vond de verbouwing en alle tijd die je erin steekt bij vlagen wel zwaar. Veel mensen zijn na een half jaar verbouwen al uitgeput, laat staan dat je vier jaar daarin leeft.’

Ook een monument kopen?

Verdiep je goed in de mogelijkheden en beperkingen als je een monument wilt kopen. Een aankoopmakelaar kan je hier goed bij helpen. Kies bijvoorbeeld een makelaar die al veel ervaring heeft met het kopen en verkopen van monumenten.

Vind een NVM-makelaar Lees ook: 'Ik wil een monument kopen, waar moet ik op letten?'