Welke soorten zonnepanelen zijn er en hoe kies je de juiste?

Kies je voor monokristallijn of polykristallijne zonnepanelen, of iets anders?

Zonnepanelen zijn meestal zwart of blauw. Hoewel ze gemaakt zijn van verschillende materialen, maakt het qua energieopbrengst en kosten niet heel veel uit voor welke soort je kiest.

De meeste zonnepanelen zijn gemaakt van zogeheten kristallijne silicium zonnecellen. Zwarte zonnepanelen (monokristallijn silicium) of blauwe zonnepanelen (polykristallijn silicium) komen het meest voor. De verschillen in opbrengst en prijs tussen de twee zijn klein, al zijn blauwe panelen meestal iets goedkoper.

Dunnefilmpanelen zijn buigzame zonnepanelen, maar worden minder vaak gebruikt. Ze zijn handig voor een overkapping of een dak met een boog, omdat je geen speciale onderconstructie hoeft te maken voor elk paneel. Je kunt ze direct op het gebogen oppervlak plaatsen. Financieel gezien zijn ze minder aantrekkelijk dan panelen van silicium, omdat de energieopbrengst lager is.

Hybride zonnepanelen (PVT panelen) leveren stroom én warmte (voor warm water). Zo heb je een zonnepaneel en een zonneboiler in één.

Er zijn ook indakpanelen. Hierbij liggen de panelen niet op de dakpannen, maar zijn ze geïntegreerd in het dak.

Zonnepanelen zijn te koop met en zonder frame. Een frame helpt om de verschillende componenten van een zonnepaneel bij elkaar te houden, biedt bescherming tegen weer en wind en bevordert dus de duurzaamheid.

Verschillen in vermogen

Het vermogen van zonnepanelen wordt uitgedrukt in watt, net als bij andere elektrische apparaten. Nu is de productie van elektriciteit niet gelijkmatig, omdat de hoeveelheid zonlicht varieert. Daarom spreek je bij zonnepanelen van wattpiek: dit geeft het maximale vermogen aan.

De meest gangbare zonnepanelen hebben een vermogen van rond de 400 wattpiek (Wp) per paneel. Tien panelen van 400 wattpiek leveren een vermogen van 4000 Wp. Dat is goed voor een jaarlijkse opbrengst van 3500 kilowattuur stroom, ongeveer voldoende voor een driepersoonshuishouden. Je kunt ook kiezen voor een paneel met meer vermogen, maar dan betaal je ook wat meer per paneel.

Waarvoor is een omvormer nodig?

Om zonnepanelen aan te sluiten, wordt een omvormer gebruikt. Deze omvormer converteert de gelijkstroom van de zonnepanelen naar de wisselstroom van het elektriciteitsnet. Het is raadzaam om de omvormer zo dicht mogelijk bij de panelen te plaatsen, omdat er anders enig vermogensverlies kan optreden.

Bij grotere zonnesystemen worden vaak meerdere serieschakelingen (strings) aangesloten op een zogenaamde stringomvormer. Als er soms schaduw op de zonnepanelen valt, kunnen micro-omvormers een oplossing bieden. Met micro-omvormers heeft elk paneel zijn eigen omvormer, waardoor een beschaduwd paneel niet het hele systeem negatief beïnvloedt.

Naast zonnepanelen en omvormers zijn er ook bevestigingsmaterialen nodig om de panelen op het dak te plaatsen, bekabeling en mogelijk een extra groep in de meterkast.

Kiezen tussen parallel of serieel geschakelde panelen

Een zonnepanelensysteem kun je op twee manieren laten installeren: serieel geschakeld of parallel geschakeld.

Serieel geschakeld

Als er geen obstakels zijn die voor schaduw zorgen, zoals een dakkapel of schoorsteen, dan worden zonnepanelen meestal in serie geschakeld aangesloten. Dat systeem maakt gebruik van één centrale omvormer die opgewekte gelijkstroom van de panelen omzet in wisselstroom.

Een serieel geschakeld systeem heeft als nadeel dat als er door één zonnepaneel (tijdelijk) minder stroom loopt, de andere zonnepanelen in de serie ook minder stroom opleveren. Dat kan gebeuren als er schaduw valt op één of meer panelen, of als er vogelpoep of ander vuil op zit.

Parallel geschakeld

Is de kans op schaduw groot, dan is het advies vaak om te kiezen voor een parallel geschakeld systeem. Elk paneel krijgt dan zijn eigen micro-omvormer, die voorkomt dat het hele systeem minder stroom opwekt door één beschaduwd paneel.

Een goedkopere oplossing is het koppelen van power-optimizers aan elk paneel, zodat de opbrengst van elk paneel maximaal is. Het verschil tussen deze twee apparaatjes is dat je bij gebruik van een power-optimizer nog een aparte omvormer nodig hebt, terwijl dit bij micro-omvormers niet het geval is. Elk paneel heeft dan zijn eigen omvormer.

Zoek een goede installateur en vraag een duidelijke offerte

Laat je adviseren door een deskundige installateur bij het kiezen van jouw zonnepanelensysteem. Dat is niet alleen cruciaal voor de kwaliteit van de zonnepaneleninstallatie en de energieopbrengst, maar ook voor de veiligheid. Zo’n advies vraag je telefonisch of via een offerte na een online scan. Of vraag om een vrijblijvend huisbezoek, waarbij de installateur jouw situatie ter plaatse beoordeelt en passend advies kan geven.

Meer vragen en antwoorden

Doe je voordeel met onze antwoorden op jouw vragen

Dit artikel is gebaseerd op cijfers van Milieu Centraal, december 2023