De losstaande badkuip: toptrend of onpraktische luxe?
Aafke Romeijn over badkuipen van nul tot nu
We zien ze tegenwoordig overal opduiken: losstaande badkuipen. Midden in de badkamer, mooi voor een raam, of in een hoekje gemanoeuvreerd. Wat is de geschiedenis van deze trend, en moeten we er blij mee zijn?
Vroeger – en dan bedoel ik echt heel vroeger, minimaal twee eeuwen geleden – schreeuwde niks zo hard ‘luxe' als een badkuip. Als je in de negentiende eeuw een badkuip had, dan betekende dat een paar dingen. Ten eerste: je had geld, en waarschijnlijk ook personeel, om emmers en emmers water te verhitten. Ten tweede: je stond waarschijnlijk geen twaalf uur per dag in een fabriek te zwoegen, anders had je geen tijd om in bad te liggen. Kortom: je was een luxepaard. Niks mis mee, maar zo liggen de feiten.
Perzisch tapijt
En als je een bad had, dan was dat zo’n elegante megabak op kleine sierlijke pootjes. Liefst van die goudkleurige tijgerpoten, clawfoot baths heten die dingen. Zelf heb ik ze nooit echt goed begrepen, die badkuipen. Wat gebeurt er met al dat water als je de stop eruit trekt, stroomt dat allemaal linea recta op de badkamervloer? Maar goed, ik snap wel meer niet van negentiende-eeuwse interieurkeuzes. Zo was het in Victoriaanse tijden helemaal bon ton om een Perzisch tapijt op de vloer te leggen, naast het bad. Lijkt mij niet heel hygiënisch, tenzij je personeel in dienst hebt om elke week dat tapijt te reinigen.
Aangeboden op funda: deze vrijstaande woning in Etten-Leur met clawfoot bath
Inmetselen
In de twintigste eeuw werd het bad toegankelijk voor steeds meer bevolkingsgroepen. Elk vinexhuis met een beetje badkamer kreeg een badkuip, en er ontstond een nieuwe trend: je bad inmetselen. Hup, die badkuip in een hoek, en dan de buitenkant betegelen in dezelfde tegels als de muren of de vloer. Dat heeft veel voordelen: het bespaart ruimte, het ziet er slick uit, en op de randjes tussen de ronde badkuip en de rechte muren kun je je hele collectie ongebruikt badzout stallen. Toen ik jong was (we spreken begin jaren negentig) zag ik die ouderwetse badkuipen eigenlijk alleen nog in de weilanden van mijn opa’s boerderij, hij gebruikte ze als waterbak voor de koeien.
In de interieur-evolutie is de ingemetselde badkuip dus een stap voorwaarts. Wat schetst dan ook mijn verbazing? De laatste jaren zien we een trendregressie richting… juist: de losstaande badkuip. Overal duiken ze op: in woonprogramma’s, kekke artist’s impressions van nog op te leveren nieuwbouwwoningen, Pinterest-inspiratieborden, you name it. Toen een van mijn vriendinnen een paar jaar geleden haar huis verbouwde, was het pronkstuk een strakke witte losstaande badkuip onder een schuin dakraam, zodat je naar de sterren kon kijken. Moet gezegd: dat is echt gaaf.
Aangeboden op funda: dit voormalige postkantoor in IJmuiden met fraaie badkuip onder een schuin dakraam
Nadelen
Maar mijn praktische hoofd ziet toch ook een hoop nadelen. Want met zo’n losse moloch heb je in no time een waterballet rondom je bad, helemaal met kleine kinderen. En dweilen rondom die pootjes lijkt mij ook niet bepaald gemakkelijk. Om nog maar te zwijgen van de ruimte die zo’n ding inneemt. Ja, je kunt ’m ook tegen een muur zetten natuurlijk, maar dat doet het hele effect toch weer een beetje teniet. Iedereen die een losstaande badkuip neemt, heeft toch het plaatje in z’n hoofd van zo’n New Yorkse loft op de honderdste verdieping, waar zo’n bad voor een megaraam staat dat uitkijkt over heel lower Manhattan. In Nederland is het gemiddelde badkamerraampje echter 30 bij 30 centimeter en kijkt het uit over de steeg tussen jouw huis en dat van je buren. Wat mij betreft is het dan ook helemaal prima als we het hier en nu gewoon houden bij lekker praktische inbouwbadkuipen. Aan een goede uitvinding moet je niet willen sleutelen.
Zoek slimmer naar een huis met bad
De zoekfunctionaliteit van funda is onlangs aangepast. Zo kun je nu meerdere typen woningen combineren in een zoekopdracht. In het filter vind je de optie om op trefwoord (zoals ‘bad’) te zoeken.