Hulde aan het schrootjespaleis

3 minuten leestijd

Aafke Romeijn: ‘Tijdens mijn funda-zoektochten voel ik me net een archeoloog’

Ik wil niet beweren dat vroeger alles beter was, maar ik kan wel enorm genieten van de onverwoestbare woontrends uit de jaren zeventig. Toen bruin nog een lifestyle was, zeg maar. Gelukkig zijn er nog altijd huizen waar bij binnenkomst tachtig tinten bruin je tegemoet lachen.

De meeste mensen vinden bruin maar een vieze, donkere kleur. Zo zonde, die bruinshaming! Ik word blij van seventies-bruin. Voor mij staat bruin voor geborgenheid en voor natuur. Ga maar na: de meeste houtsoorten zijn bruin en er is niks zo sfeervol als een mooie parketvloer. Niks mis met een beetje bruin dus, en dat snapten ze in de jaren zeventig maar al te goed.

Schrootjes knusser dan wit stucwerk

Hout was in die tijd niet alleen om in visgraatmotief op de vloer te leggen, je mocht er ook gewoon je muren en je plafonds mee behangen. Schrootjes worden nu vaak gezien als ouderwets, maar zo’n plafond met plankjes vind ik een stuk knusser dan al dat keurig witgeschilderde stucwerk van tegenwoordig. Alsof de bewoners een knusse boomhut wilden nabootsen. Soms voel ik me tijdens mijn funda-zoektochten net een archeoloog, op zoek naar pareltjes die de tand des tijds overleefd hebben zonder dat er iets aan het interieur is veranderd.

Niks knusser onder de zon dan een schrootjesplafond

Niks knusser onder de zon dan een schrootjesplafond

Comeback van de zitkuil

Een ander verschijnsel uit de seventies dat een tijdje populair is geweest, is de zitkuil. Zo’n verlaagd gedeelte in je woonkamer waar je banken in zet (of in bouwt), vaak mooi afgewerkt met een open haard erbij. In het Engels heten ze ook wel conversation pits en dat is precies waarvoor ze bedoeld zijn: gezellig in een kringetje hangen en kletsen. Voor mij is zo’n kuil de ultieme gezelligheid. Het doet me denken aan vroeger, toen mijn zusjes en ik – wanneer mijn ouders van huis waren – alle matrassen en kussens naar de woonkamer sleepten om een soort mega-nest te bouwen. Waarom zou je dat als volwassene niet kunnen doen? Ik hoorde in de wandelgangen dat de zitkuil een comeback aan het maken is en ik juich dat van harte toe.

Bruynzeel-keuken is interieur-erfgoed

Maar de ultieme jarenzeventigdiamant is toch wel de originele Bruynzeel-keuken. Tuurlijk, de firma Bruynzeel maakt nog steeds keukens, maar niet meer de exemplaren die tot de jaren zeventig op de markt waren. Het mooie van die keukens is dat ze er overal hetzelfde uitzagen: een strakke lijn kastjes zonder handgrepen, verkrijgbaar in de kleuren zachtgeel en olijfgroen. Als ik ooit een huis koop met zo’n keuken erin, dan zal ik die niet slopen, maar met veel liefde opknappen en onderhouden, want voor mij is’ie niet minder dan interieur-erfgoed. De eenvoud, de strakke lijnen, helemaal iconisch. Liefst gecombineerd met echte seventies-tegels in bruin of oudroze.

Niks zo authentiek als een Bruynzeel-reliek

Niks zo authentiek als een Bruynzeel-reliek

Kortom, wit, nieuw en strak is wat mij betreft helemaal niet de heilige graal in woonland. Geef mij maar wat authentieke seventies-details, die maken je huis een stuk knusser.

Nog even gluren bij de buren?

In funda’s vernieuwde Mijn Huis zie je niet alleen wat er bij jou in de buurt te koop staat en recent is verkocht, maar ook wat de gemiddelde vraagprijs en verkooptijd is. Een account aanmaken is gratis.

Naar Mijn Huis