Wonen buiten de stad wordt steeds populairder
Rust, ruimte en en de geur van mest op het land
Steeds meer mensen zoeken een woning buiten de stad. Deze trend is al langer gaande en zien we ook terug in het zoekgedrag van bezoekers op funda. Kopers willen vooral meer buitenruimte of vinden de sfeer van een dorp prettig, zo blijkt uit cijfers van de funda Index. Klopt dat ideaalbeeld dat ‘stedelingen’ hebben van wonen in een dorp?
Toen Anne van Weeghel (38) als 18-jarige de deur van haar ouderlijk huis achter zich dichttrok om te gaan studeren in Utrecht, zwoer ze om nooit meer in Doetinchem te gaan wonen. ‘Ik was op zoek naar avontuur, reuring.’ Het gebrek aan ruimte in de stad nam ze voor lief. Maar na jaren in een bovenwoning ‘met papieren muren’ te hebben gewoond, waren Van Weeghel, haar vriend en twee kinderen toe aan ruimte. ‘We hebben op allerlei plekken gekeken, maar kennelijk trek je dan toch naar hetgeen je al kent.’ Ze kochten een huis in de Achterhoek.
De drukte beu
Zoals Van Weeghel zijn er meer: Randstedelingen die hun appartement opzeggen voor de rust, ruimte en privacy van een dorp. Wij zien dorpen als populairste verhuisbestemming, onder zowel dorpelingen (61%) als stedelingen (50% van de zoekers die in een kleine stad wonen). Met name doorstromers verhuizen liever naar een dorp of kleine stad dan naar een grote stad. Zij hebben vooral behoefte aan buitenruimte, verlangen naar de sfeer van een dorp of zijn de drukte van de stad beu.
Voor Marjolein Bakker (39) en haar man Ferry (38) (foto boven artikel) was de rust de doorslaggevende factor om zes maanden geleden te verhuizen van Waddinxveen (Zuid-Holland) naar Klazienaveen. ‘In de Randstad zit je hutjemutje op elkaar. We hadden last van onze buurman, die harde muziek draaide en veel kabaal maakte. Dat heb je hier niet.’ Het stel kwam met hun vier kinderen per toeval in Drenthe terecht. ‘Via via leerden we mensen kennen in Emmen. Toen we daar op bezoek waren, zagen we de rust en de ruimte.’
Geromantiseerd beeld
Makelaar Bert Stadman kent de verhalen. Hij werkt al drie decennia in Zuidoost-Drenthe en heeft menig Randstedeling daar aan een woning geholpen. De pandemie heeft die ontwikkeling versterkt. ‘Nu iedereen thuiswerkt, merk je dat mensen andere woonwensen krijgen.’
Wel merkt hij dat het romantische beeld dat sommigen hebben over wonen in deze omgeving soms wat getemperd moet worden. ‘Als je verwacht dat alles precies zo gaat als in de Randstad, dan heb je het mis.’ Wie naar een dorp komt, zal moeten wennen. ‘Dingen als stankoverlast op dagen dat de boer het land giert, krijg je er gratis bij,’ lacht Stadman. ‘Stap je dan naar de gemeente, dan maak je het jezelf erg moeilijk.’
Om je thuis te voelen in een dorp, zal je je best moeten doen om opgenomen te worden in de lokale gemeenschap, legt Stadman uit. Hij tipt om de eerste stap te zetten. ‘Ga bij je buren langs. Stel je voor, vertel waarom je voor het dorp hebt gekozen en laat weten dat ze je in kunnen schakelen als ze hulp nodig hebben. Als je je benaderbaar opstelt, creëer je een band.’
Heft in eigen hand
Het was hetgeen waar Van Weeghel voor haar verhuizing het meest tegenop zag: zouden er mensen zijn met wie ze net zo’n leuke klik zouden hebben als in Utrecht? Die zorgen bleken al snel ongegrond. ‘Mensen zijn hier extreem gastvrij. Het valt me op dat iedereen zijn vriendenkring openstelt om ons te verwelkomen, we worden veel via via uitgenodigd.’ Haar vriend nam het heft in eigen hand en fietste door de buurt om zich voor te stellen.
Anne van Weeghel en haar gezin verruilden Utrecht voor een woning in de Achterhoek
Ook Bakker ging er actief op uit om contacten te leggen in het dorp via school, sportclubjes en de kerk. ‘Wel merk ik soms dat ik meer toetrek naar mensen die ook uit het westen zijn verhuisd. Dat je dezelfde keuze hebt gemaakt, schept toch een soort band.’
Charmeoffensief
Om te kijken of het dorpse leven bij je past, raadt Stadman aan een paar dagen op vakantie in je nieuwe woonplaats te gaan. ‘Fiets door de omgeving, ga op het terras zitten. Op die manier merk je de sfeer.’ Het ene dorp is ook het andere niet. ‘In sommige dorpen wordt het bijvoorbeeld niet gewaardeerd dat je op zondag gaat grasmaaien. Aan de hand van iemands woonwensen, kan ik vaak wel inschatten welk dorp wel of niet daarbij past.’
Zou Bakker nog terug willen naar de Randstad? ‘Alleen als ik m’n huis mee kan nemen,’ lacht ze. Liever zou ze willen dat haar familie en vrienden ook in Klazienaveen komen wonen. Van Weeghel en haar partner zijn al een charmeoffensief gestart om hun Utrechtse vrienden naar Doetinchem te lokken. En met succes: een bevriend stel heeft inmiddels een aankoopmakelaar in de arm genomen. Zo’n lokale makelaar is handig, merkte ook Bakker. ‘Die kent de regio en kan de waarde van een woning beter inschatten. Randstedelingen zijn gewend aan hogere prijzen en overbieden, dus betalen al snel te veel.’
Het enige wat Van Weeghel weleens mist, is het ruime cultuuraanbod in Utrecht. ‘Ik ga graag met mijn kinderen naar het theater, het aanbod is hier toch beperkter.’ Maar teruggaan wil ze niet meer. ‘Als ik de foto’s van afgelopen zomer terugkijk, lijkt onze tuin net de camping waar we in Frankrijk naartoe zouden gaan. Dat ik hier woon, is voor mij het ultieme woongeluk.’
Op zoek naar een woning in een andere regio of een dorp?
Als je wilt verhuizen naar een regio waar je nog niet heel bekend bent, kan het handig zijn om een lokale aankoopmakelaar in te schakelen. Die kent de omgeving en lokale woningmarkt en kan je op basis van je woonwensen goed adviseren. Zowel in je zoektocht als bij het bieden en onderhandelen.